ineens waren er regels
beklemmend en wezensvreemd
de meesten accepteerden ze
uit angst of respect voor het leven
‘ze zijn lastig,’ vond de een
‘ze zijn nodig,’ zei de een ander
‘ze leiden nergens toe,’ klonk het stellig
‘we houden vol,’ een zachte stem
meningen vlogen over en weer
en soms verstomden ze
in een veelzeggende stilte
die snel weer werd doorbroken
tot de regels verdwenen
‘en nu?’ Vroeg de een, vertwijfeld
iemand haalde zijn schouders op, zwijgend
‘we mogen weer,’ zei een ander, zacht
‘ga jij maar eerst,’ zei de een
‘nee hoor, na jou, na jullie’
‘zullen we dan samen –
of gewoon nog even wachten?’