een vogel vliegt en glipt
tussen de kieren van het huis
dat ooit de Jessurunsraat
naam en aanzien gaf
maar haar glans allang verloor
de vogel vliegt en voedt
haar jongen wachten
achter verveloze planken
morgen misschien vliegen ze uit
zij keert terug, zij blijft
de vogel vliegt en bouwt
kroost na kroost haar thuis
in dat grote oude huis
tot een van hen gesloopt of moe
uit de tijd verdwijnt