het park zijn huis, een flink blik bier
zijn beste vriend, dat roesje houdt
hem op de been
– die man, ben ik
houding, kleding, kapsel perfect
baan aan de top, haar mening,
haar taal hard als beton
– die vrouw, ben ik
dat kleine joch, zijn lege maag
zwarte ogen staren verdoofd
stil om zich heen
– dat kind, ben ik
actievoerders, kritisch, boos
ze slaan terug, zoveel geslikt
teveel verdween
– die groep, zijn wij
bange vragen, wie er nog leeft
wie is vermoord, alles is vreemd
gevlucht, alleen
– een mens, als wij